‘De overheid wil delinquenten controleren, niet helpen’

Delinquenten zijn medeburgers in wie we ook moeten investeren. Die wil lijkt goeddeels weg te zijn uit politiek en strafsysteem, zegt Paul Vegter, advocaat-generaal van de Hoge Raad.

Paul Vegter heeft een rijke carrière achter de rug, als hoogleraar aan de universiteit van Nijmegen, als rechter en nu als advocaat-generaal van de Hoge Raad. Hij spreekt enthousiast en welgemoed, en doet met uitspraken die bij nader inzien pittiger blijken dan ze klonken.

‘Bij strafoplegging gaat het zeker niet primair om het belang van de persoon van de delinquent’, zegt hij. ‘In het jeugdstrafrecht is dat wel een beetje anders. De gemiddelde rechter weet dat als hij een straf oplegt, de kans op herhaling van het delict groter wordt. Gevangenisstraf is bijna nooit goed voor de persoon in kwestie. Soms, heel even, als waarschuwing of om tot rust te komen. Maar verder? Alle waardevolle verbindingen gaan kapot.’

‘Het systeem helpt de mensen die het minste hulp nodig hebben’

Vegter noemt zichzelf een beetje ‘bajesmaf’. Hij bedoelt dat hij al vroeg gefascineerd was door het instituut van de gevangenis en alle veranderingen die het doormaakt.

‘In de jaren zeventig en tachtig werden gevangenen meer gezien als burgers die geholpen moesten worden om de overgang naar de samenleving te maken. Dat was niet per se succesvol, maar we zijn nu wel erg doorgeslagen naar de andere kant: er is met ingang van 2014 een basis- en een plusregime: als je meer begeleiding en kansen wilt in de gevangenis, moet je dat verdienen.’

Een gemiste kans, vindt Vegter. ‘De kans dat het systeem fout selecteert is groot: het straft dan mensen die niet gemotiveerd zijn en helpt de mensen die het minste hulp nodig hebben.’
Deze staatssecretaris stelt wel eens een goede vraag’

Vegter signaleert dat de kwantiteit van penitentiair inrichtingswerkers (piw-ers) sterk is teruggelopen en dat gaat ook ten koste van de kwaliteit. ‘Het lijkt wel eens alsof we op weg zijn naar de oude tijd: toen had je cipiers die het slot op de deur hielden. Terwijl we juist mensen nodig hebben die delinquenten als mens aanspreken, naast ze gaan zitten, eens tijd hebben voor een babbeltje.’

En de reclassering dan? ‘De aansluiting tussen gevangenis en reclassering is wegbezuinigd. Het is een strafuitvoerende instelling geworden, die zich bezighoudt met taakstraf en voorlichting aan rechters. De opdracht hulp te verlenen staat niet eens in de taakomschrijving van de reclassering.’

Scherp zegt Vegter: ‘Deze staatssecretaris stelt wel eens een goede vraag. Die vraag was: waarom is de reclassering gezien de huidige praktijk eigenlijk geen onderdeel van de Dienst Justitiële Instellingen (DJI)?’

‘Gemeenten moeten huizen als Moria ondersteunen als zorginstellingen’

Het wordt tijd om weer breder te kijken, wil Vegter maar zeggen. ‘De overheid richt zich nu op het controleren van delinquenten in plaats van ook te helpen. Men is gefixeerd op beheersende maatregelen, ook bijvoorbeeld bij vervroegde invrijheidstelling. Maar we moeten delinquenten ook helpen: om een normale leefomgeving te krijgen en mogelijkheden op een ander leven.’

Paul Vegter vindt dat instellingen als Moria zo ver mogelijk weg moeten blijven van het strafrecht. ‘Gemeenten moeten dat ook doen: die moeten dit soort huizen ondersteunen als zorginstellingen. Eerst is er weer een klimaat nodig waarin hulp aan gedetineerden normaal is. Misschien als we weer gewoon een Ministerie van Justitie hebben, in plaats van Justitie en Veiligheid – die benaming is tekenend. Huizen als Moria lopen het gevaar het veiligheidsdenken ingezogen te worden.’

‘Van een problematisch aspect van een mens wordt de hele mens gemaakt’

Voor een ander klimaat is van alles nodig: meer vertrouwen in de professional, de acceptatie van risico’s van recidive. Maar bovenal de wil om anders naar delinquenten te kijken.

Vegter: ‘Kijk naar de kramp over zedendelinquenten en misschien wel het meest over pedofielen: van een problematisch aspect van een mens wordt de hele mens gemaakt. Ik zeg wel eens tegen buurtgenoten: Weten jullie dat hier in de straat ook een zedendelinquent woont? Ik zeg dat om te pesten, maar er zit een reële zorg onder. Een crimineel is ook een mens. Dat er iets is misgegaan in iemands leven, wil nog niet zeggen dat iemand mis is, of voor altijd afgeschreven.’


13 oktober 2014