‘Ik geloof niet dat iemand hier slechter of dommer weg gaat’

Daniela en Barry zijn persoonlijk begeleiders. Hoe kijken zij naar de systeemdruk, de kwaliteit van hun werk, de mislukkingen en de toekomst van Moria? Een kernachtig gesprek.

Ik vroeg Barry en Daniela omdat ze me mensen van weinig woorden lijken te zijn, zeg ik aan het begin van het gesprek. Een schertsende én terechte opmerking, zo blijkt. ‘Wij zijn wel van keep it real’, beaamt Barry. ‘De dagelijkse realiteit. De bezieling werkt ergens daaronder.’

Barry van den Heuvel werkt al vijftien jaar bij Moria en hoort zo ongeveer bij het meubilair. ‘Vintage meubilair’, merkt hij op. Daniela van Es liep 4,5 jaar geleden stage bij Moria en kwam er daarna in dienst. Verschillende jongens die ik sprak roemden haar nuchtere betrokkenheid.

Ervaren jullie druk van het systeem, van registratie en toezicht?
Daniela: ‘Sinds De HKZ-certificering is de regeldruk enorm toegenomen. Elk telefoontje of gesprek moet in Regas ingevoerd worden. Zoiets als verlof moet op meerdere plaatsen vastgelegd worden. Het geeft vooral drukte in mijn hoofd: ik moet steeds bedenken wat ik nog moet invoeren’.
Barry: ‘Het is gevoelig voor fouten’.
Daniela: ‘Ik denk dat het in de praktijk toch wel een derde of meer van onze werktijd vraagt’.
Barry: ‘We hoopten dat het ondersteunend zou zijn bij ons werk, maar dat is niet zo’.
Daniela: ‘We hebben wel meer overzicht van waar een jongen staat’.
Barry: ‘Dat is zo. Maar het is zo gedetailleerd, dat ik nu vaak het idee heb dat ik aan het registreren ben voor de registratie’.

‘De echte test komt als ze op eigen benen staan’

De kern van jullie begeleiding: waar of wanneer gebeurt dat?
Barry: ‘Dat verschilt. Bij sommigen al bij de opbouw, anderen maken pas heel laat een omslag, als ze al op de drempel naar buiten staan. Moria houdt ook iets in stand. Het is toch een soort instituut: er zijn altijd mensen, je kunt altijd hulp vragen. De echte test komt als ze op eigen benen staan. Als ze echt merken dat ze hun eigen leven leiden’.
Daniela: ‘De kern is deze jongens zien. Ook als ze in Moria Buiten zijn en nog maar een uur per week begeleiding hebben: even een mailtje of een belletje. Moria heeft iets huiselijks, dat kennen deze jongens vaak niet’.
Barry: ‘Dat is de begeleiding. De samenleving doet wel eens alsof je er bent met gewoon regels stellen. Dat is onzin. De meeste van deze jongens hebben zo veel problemen, je redt het niet met zeggen dat ze normaal moeten doen’.
Daniela: ‘Wij vinden: uiteindelijk maken zij hun eigen keuzes. Wij kunnen bedenkingen hebben of vragen stellen, maar het is hun leven. Dat kan goed uitpakken’.

‘Als het mislukt doet het pijn, maar het is een pijn die erbij hoort’

Het gaat ook geregeld mis: jongens vallen terug in oude patronen. Hoe gaan jullie daarmee om?
Barry: ‘We schieten jongens niet bij de eerste misstap af. Je geeft nog een kans, en nog één. We willen alles geprobeerd hebben. Als het mislukt doet het pijn, maar het is een pijn die erbij hoort. Ik sta mezelf toe dat ik er last van heb, dat ik er een nacht slecht van slaap. Maar dan laat ik het gaan.’
Daniela: ‘Ik geloof niet dat iemand hier slechter of dommer weg gaat, zelfs als het traject wordt afgebroken. Alle jongens met wie ik nog contact heb, praten met warmte over hun tijd hier. Moria blijft bij ze, op de een of andere manier. Maar ja, ik slaap er ook wel eens slecht van. Zo’n Angelo bijvoorbeeld. Daar hadden we zo veel op ingezet. Zo’n fantastische vent. En hij bleef maar liegen. Zo zonde’.
Barry: ‘Ik ben gaan zien dat iedereen verschillende kanten heeft. Heel aardig en humorvol zijn, en tegelijk een heel donkere kant hebben. Ons werk is het goede blijven zien en het slechte niet ontkennen’.

‘In het conflict zie je een jongen zonder masker’

Psychologe Helmi Wilbers zei in het interview: deze jongens zien betekent: blijven staan in het conflict.
Daniela: ‘Dat klopt helemaal’.
Barry: ‘Ze gaan het conflict aan als het knelt. Daar moet je mee werken’.
Daniela: ‘En je ziet ze dan zonder masker’.

Ik hoorde van verschillende jongens dat juist een ruzie met een van jullie indruk maakte.
Daniela: ‘Ik word niet zo snel boos, maar soms wel, ja. Maar daarna komt al snel mijn geloof dat er voor alles een oplossing is. Het lukt me meestal om het overzicht te houden, zelfs als ik kwaad ben’.

Hoe is het met de onderlinge steun van begeleiders?
Barry: ‘We hebben het er wel samen over, als het lastig is. Maar dat wordt minder, omdat we drukker zijn’.
Daniela: ‘Dat is een valkuil voor ons: we zijn altijd met onze mannen, er is hier altijd leven. We zouden elkaar meer moeten steunen, maar hoe doe je dat? Mensen zijn meestal aan het werk, in gesprek, of achter de computer’.

Directeur André Stuart zei: dit blijft kwetsbaar werk. Is Moria zelf ook kwetsbaar?
Barry: ‘Ja. We moeten met minder mensen meer jongens gaan begeleiden, met ingang van 1 januari. Het moet linksom of rechtsom. We kunnen niet op alle leefgebieden begeleiding aanbieden, anders gaan we kopje onder’.
Daniela: ‘En we moeten voldoende nieuwe aanmeldingen krijgen. Organisaties en verwijzers in de keten moeten ons verhaal kennen en ons weten te vinden. Afgelopen zomer was het echt te stil in huis. Daar maak ik me wel zorgen over’.


6 november 2014