‘We houden een mislukt systeem in stand’

Wetenschapsfilosoof en ex-gedetineerde Rein Gerritsen, ook aanwezig op het Moria-symposium op 13 november, oefent scherpe kritiek uit op detentie en pleit voor rationaliteit.

‘Gevangenissen zijn een mislukt sociaal experiment. De gevangenis is een criminogene factor van de eerste orde. Het zijn omgevingen waarin mensen hun menselijkheid verliezen, hun hoop om iets beters van hun leven te maken. Het is een leerschool voor misdaad en een bron voor het ontstaan van zware psychiatrische problematiek.’

Deze regels komen uit Filosoof in de bajes van Rein Gerritsen. Hij is ervaringsdeskundige en filosoof en doet op 13 november mee aan het symposium bij Moria. Zijn kritiek op het gevangeniswezen is niet mals en sommige scènes in zijn boek zijn ronduit pijnlijk. Zo beschrijft hij hoe hij na zijn vrijlating urenlang op een perron moed verzamelt om gewoon een trein in te stappen, zozeer is hij van slag door de orde en de hardheid van het gevangenisleven.

Jij hebt zelf gezeten voor een bankoverval. Aan wat voor straf had jij wel iets gehad?
‘Dat is moeilijk. Ik heb dingen gedaan die een samenleving niet ongestraft kan laten, dat begrijp ik heel goed. Maar het zou goed zijn als zo’n sanctie zin of nut heeft. Als de samenleving bijvoorbeeld wil dat een delinquent niet terugvalt, dan is er scholing nodig, opleiding en betere vaardigheden. Maar zulke programma’s zijn er niet of nauwelijks meer en dus houdt het strafsysteem de hoge recidive in stand.

Een ander punt is dat een strafblad als een molensteen om je nek hangt, of je nu twee of dertig jaar geleden gezeten hebt. Wat voor zin heeft het dat een ex-gedetineerde zich niet mag verzekeren? Of dat er voor steeds meer ook kleine baantjes een VOG wordt gevraagd? Een gedetineerde moet rekenschap afleggen voor zijn gedrag, en daarna de kans krijgen om het anders te gaan doen.’

Kun jij je niet verzekeren?
‘Ik heb een eigen bedrijf en ik weet inmiddels waar ik wel en niet moet zijn. Maar een verzekering voor inboedel of auto krijg ik niet, alleen bij sommige bedrijven tegen een zeven keer hogere premie. Ik heb het geluk dat ik mijn vrouw kan gebruiken als buffer – dat klinkt grappig hè? – de verzekeringen staan op haar naam.’

Je kritiek op het strafsysteem krijgt veel weerklank. Kom je ook veel cynisme tegen?
‘Het systeem deugt niet, schrijf ik in mijn boek. De enige reden dat het niet faliekant misloopt is de inzet van professionals die hun menselijkheid bewaren. Het hogere kader dat ik ontmoet is het in grote lijnen met me eens.

Het cynisme zit vooral bij piw-ers (penitentiair inrichting medewerkers). Zij zijn vaak niet zo hoog opgeleid en zitten met het idee dat het hun werk is om mensen te straffen. Als ik een training geef ben ik vaak een tijd bezig om duidelijk te maken dat zij er zijn om te zorgen voor de correcte tenuitvoerlegging van de staf. Dat gaat er maar moeilijk in.’

Wat is de oorzaak van het cynisme?
‘De gevangenis is een totaalinstitutie. Een afgesloten werksfeer waarin normschendingen niet meer goed te zien zijn, omdat ze voortdurend plaatsvinden.’

Ik hoorde pas brave burgers zeggen dat ze het werk van Moria eigenlijk weggegooid geld vinden.
‘Het is niet raar dat mensen dat zeggen. Ik ben zelf mentor geweest van twee jongens die uit jeugddetentie kwamen. Allebei jongens die door de straf en door de ellende die ze eerder in hun leven hadden jaren van pijn hadden opgebouwd. Ook als mentor kun je dan maar een beetje doen. Eigenlijk hebben zulke jongens een buddysysteem nodig: iemand die echt intensief kan sturen, zogezegd, het rechte pad kan aangeven.

Dat is duur, maar wat is het alternatief? Als je mensen als beesten behandelt, gaan ze zich beestachtig gedragen. Het omgekeerde is ook waar. We houden nu een systeem in stand dat niks oplost en waar nog steeds meer op bezuinigd wordt. Dat lijkt goedkoop, maar er komen grotere problemen en dus ook kosten voor terug.

Het strafsysteem moet menselijker – al is dat woord bij beleidsmakers vaak een holle frase. Daarom pleit ik voor visie en rationaliteit: het is gewoon veel verstandiger om detentie anders te richten.

Wat Moria doet is lovenswaardig en uiteindelijk vaart de maatschappij er wel bij. Er kan niet genoeg aandacht voor zijn. Het is alleen jammer dat het een druppel is op de gloeiende plaat.’


30 oktober 2014